‘Buitenkant boek moet spiegel zijn van inhoud’
De drijfveren en boeken van G & S
door Jos Stijfs
(De Limburger, 29 mei 1986)
lijn

Met grafisch ontwerper Piet Gerards ga ik in het statige pand aan de Akerstraat 86 in Heerlen een etage hoger dan ‘Signe’. De galerie was vanaf de eerste dag een begrip. Gerards noemt haar in de hoge, door boeken gedomineerde kamer, ‘één van mijn activiteiten’. Vandaag spreekt de uitgever: ‘Het verwonderde me, ja ergerde me, dat grote poëzie zo armoedig werd uitgegeven…’ Daarom begon hij zelf boeken te maken.
Gerards had contacten met De Lantaarn, een bij de Leidse universiteit gevestigd uitgeverijtje. Een werkgroep slavisten maakt vertalingen. Hun uitgaven vielen van soberheid bijna in het niet.
Aan de muur bij Gerards hangt een zeefdruk die gewijd is aan Anatol Stern. Die heb ik in 1982 gemaakt. Daarna volgde het eerste echte boek: Europese Nacht,* een keuze uit werk van drie geëmigreerde Russische dichters. Vervolgens verscheen Tussen twee spiegels, poëzie van twee naar de VS geëmigreerde Russen. Daarna kwamen Het onbekende zelf uit een essay van de Mexicaan Octavio Paz (1914) over de Portugese dichter Fernando Pessoa (1888-1935), en de Laatste brieven 1936/1938 van de Russische dichter Osip Mandelstam (1891-1938).*
Gerards schoot De Lantaarn te hulp met vakkundige typografie voor ‘Vanuit de verte’; een bundel gedichten van Valeri Perelesjin (V.F. Salatko-Petryshche). De jongste produktie van G&S is de bibliofiele Perelesjin-bundel Drie vaderlanden in de reeks Huis Clos, waarin ook Acht gedichten t.g.v. de 100ste geboortedag van de geëmigreerde Rus Vladislav Chodasevitsj verschenen.

Lezer
Compagnon Joep Schreurs volgde ooit een opleiding sociaal werk. Hij is een gedreven lezer die na enige jaren in Berlijn te hebben gewoond nu in Amsterdam is neergestreken. Voorlopig kelner én reiziger voor de uitgeverij.
Piet Gerards: ‘Ik had een goed boek gemaakt. Zette één exemplaar in de kast. Realiseerde me dat met de oplage iets gedaan moest worden. Het hele huis stond vol dozen met exemplaren van het boek. Nu is Joep erbij. Hij gaat naar de boekhandels. Hij woont in Amsterdam, heeft contacten met mensen die geïnteresseerd zijn in ons werk.
Joep Schreurs: ‘Mijn drijfveer is die van een lezer, van een boekenverzamelaar. Een mooi boek doet me wat. Dat we begonnen zijn met werk van Oost-europese emigranten, lag aan Piets contacten met het Slavisch Instituut in Leiden. Toeval. Het spreekt me aan dat je iets goeds uit een grote vreemde taal, onder de aandacht kunt brengen.’
Van groot belang blijkt de betrokkenheid van de schrijvende en vertalende slavist Jan Paul Hinrichs (1956).
Piet Gerards: ‘Het onafhankelijk denken van een schrijver is voor mij belangrijk. De directe confrontatie spreekt me aan.’
Hij zou graag van Ionesco het essay Pour la culture et contre la politique uitbrengen. ‘Overdreven soms, maar sterk; het lokt discussie uit.’

Drukpers
In de kelders van Gerards ontwerpstudio in Heerlen staan kasten met oude en nieuwe handzetletters, een Duitse handpers uit 1955 en een proefpers. Hier zijn Gerards en helpers vele uren bezig met wat de lezer straks - hopen zij - zal waarderen.
Over de toekomst zegt Gerards. ‘Het is de bedoeling dat de uitgeverij zich over één jaar zelf kan bedruipen en op de duur een full-time bezigheid wordt.’ De aanvraag van de erkenning als uitgever en het KNUB-lidmaatschap is momenteel financieel nog niet haalbaar. Hij is niet ontevreden over de publiciteit. Het Belgische tv-programma ‘Wie schrijft die blijft’ is er één die aandacht aan G&S besteedt.
Gerards laat zich terloops ontvallen dat het ‘aanpakken van totalitair links met zijden handschoenen en het veroordelen van totalitair rechts’ in Nederland hem dwars zit. Joep Schreurs vult aan: ,‘Als wij brieven van Mandelstam uitgeven, doen we het omdat hier een onafhankelijke geest aan het woord is; afgezien van de persoonlijke tragiek.’
G&S bewondert een reeks als Privé Domein en looft het fonds van Geert van Oorschot. Wat het collectief Hard werken voor Bert Bakker ontwerpt, wordt als ‘rommel en kinderspel’ betiteld.

Binnen/buiten
Gerards: ‘Het is gemakkelijk om een boek er klassiek te laten uitzien. Het is de kunst een hedendaagse vorm te vinden die het boek recht doet, niet iets van vóór de Tweede Wereldoorlog.
chreurs: ‘Ik vind het een bezwaar dat er veel boeken zijn waarvan de buitenkant niets met de binnenkant, de inhoud, van doen heet.’ Zijn compagnon: ‘Te veel grijpt men naar het recept: plaatje + tekstje + kleurtje.’
Piet Gerards: ‘Wij proberen boeken te brengen waarvan de buitenkant een afspiegeling is van wat er in het boek staat, van wat de schrijver volgens ons heeft beoogd.’

lijn