Een boek als geschenk
in: Een iets beschuttere plek misschien
(Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen 2018)

door Cyrille Offermans
lijn

Als je op de website van uitgeverij Huis Clos op ‘in voorbereiding‘ klikt, zoals ik zojuist heb gedaan, krijg je te lezen: ‘Er zijn geen uitgaven meer in voorbereiding‘. Dat is droevig nieuws, hoewel ik allang wist dat het er stond aan te komen, dus eigenlijk was het voor mij geen nieuws, maar droevig is het daarom niet minder. Huis Clos is (ik hoef nog net niet de verleden tijd te gebruiken) een kleine, bijzondere uitgeverij ‘zonder winstoogmerk‘, die zich van de meeste andere kleine, bijzondere uitgeverijen zonder winstoogmerk niet alleen onderscheidt door de aard van de uitgaven maar vooral ook door de originele, telkens andere vormgeving.

Ik voel de droefenis om het einde des te sterker omdat ik de meeste mensen van de uitgeverij ken – met sommigen ben ik sinds een jaar of tien bevriend – en omdat ik aan een paar uitgaven als auteur heb meegewerkt. Huis Clos* werd in 1986 als private press opgericht door ontwerper Piet Gerards. Diens weinig alledaagse literaire voorkeuren blijken uit de eerste publicaties, tot en met nummer zes met de hand gezet en gedrukt in boek- en/of zeefdruk, later digitaal opgemaakt en gedrukt in offset: Russische poëzie van onder meer Daniil Charms, Vladimir Majakovski en Arseni Tarkovski (vader van Andrej, de filmregisseur), Nederlandse van Leo Herberghs, Wiel Kusters en Frans Budé en Italiaanse van Gabriele d’Annunzio.

In 2005 trad Ben van Melick, Neerlandicus en publicist, toe tot de redactie, werden de uitgaven diverser en werd de productie opgevoerd. Tot de opmerkelijkste behoren boeken van en over jazz- en andere improviserende musici en verwante geesten: Cover art* van slagwerker en beeldend kunstenaar Han Bennink, Theater Levano* over Chaim Levano, de man die alle kunstdisciplines in zich verenigt (met een film van Kees Hin), Worp en wederworp*, 26 interviews met Misha Mengelberg, Mengelbergs Enkele regels in de dierentuin*, Echo van de twintigste eeuw* over Ensemble Contraint (met cd) en Ik ben een gemankeerde saxofonist* over Lucebert & jazz (met 2 cd’s). De vermoedelijk duurste en zeker omvangrijkste uitgave betreft The photobooks/De fotoboeken* (2015) van de Maastrichtse kunstenaar Toon Teeken, waarvoor ik de inleiding mocht schrijven, 800 pagina’s sublieme geïmproviseerde vormgeving in kleur.

Vorige week zaterdag werd in Athenaeum Boekhandel in Amsterdam voor een select gezelschap de een-na-laatste uitgave van Huis Clos gepresenteerd: Biografie van een uitgeverij/ Biography of a Publishing House* over Stefan en Franciszka Themersons Gaberbocchus Press, opnieuw een staaltje vormgeverskunst van de bovenste plank. De geschiedenis van dit boek, lees ik in de inleiding, begint al in 1982, toen Gerards de Themersons in Londen ontmoette – het tekent zijn vasthoudendheid dat hij het project ook in stroperige tijden niet opgaf. Onder Themersons motto ‘De bibliografie is mijn biografie, de rest doet er niet toe’ schreef vertaler Walter van der Star die bibliografie; alle boeken passeren de revue, soms uitgebreid, telkens met illustraties. Van der Star tekende ook voor het uitluidende artikel ‘Gaberbocchus in Nederland’, met gepaste aandacht voor onder meer Rudy Kousbroek, Erik van Zuylen, K. Schippers, Nicolaas Matsier, Jaco Groot en het Gerards en Van Melick welbekende Kunstencentrum Signe in Heerlen, dat in 1998 een tentoonstelling over de uitgeverij organiseerde.

Als er niet nog één boek op stapel stond – Langs de Kapellekensbaan, Een film van André Schreuders door de maker toegelicht en met een nawoord van Jos Muijres* – zou het boek over Gaberbocchus een gepast afscheidssaluut van Huis Clos zijn geweest. Het heeft er namelijk alle schijn van dat het levenswerk van het Pools-Britse echtpaar voor Gerards (en diens aanvankelijke uitgeverspartner Joep Schreurs) het inspirerende voorbeeld is geweest voor hun eigen uitgeversplannen. De Themersons wilden geen bestsellers maken, wel best-lookers, en dat wilde Gerards evenzeer. Tussen 1948 en 1988, het jaar van Themersons overlijden, zou Gaberbocchus 61 titels uitgeven, daarna nog een boek met de tekeningen van Franciszka, een met de verzamelde gedichten van Stefan en tot slot een met Unposted Letters van beiden. Bij Huis Clos blijft de teller straks staan op 69. Een tentoonstelling van beide uitgeverijen zou de verwantschap onmiddellijk duidelijk maken.

Ik kreeg deel 68 vorige week vrijdag als recensie-exemplaar, nog net op tijd om het in mijn bijdrage ‘beste boeken van 2017’ voor De Groene te vermelden. Van Rob, die het boek heeft geredigeerd – feilloos, naar mijn smaak – kreeg ik nog een exemplaar cadeau om weg te geven aan een liefhebber. Daarvoor komt één persoon bij uitstek in aanmerking, Frits, die bijna zijn leven lang grotendeels in zijn eentje een gelegenheidsuitgeverij heeft gerund en ik weet niet hoeveel gelegenheidsboekjes en -boeken heeft gemaakt, geschreven, getekend, gefotografeerd of een combinatie daarvan, in alle genres, ook de nodige niet-bestaande, voor alle leeftijden en uitsluitend bedoeld als geschenk. Zo, als een geschenk, alsof ze speciaal voor mij met zoveel liefde, smaak en vakmanschap waren gemaakt, heb ik ook de uitgaven van Huis Clos altijd ervaren.

lijn