Omslag
Ik heb u den Havelaar niet verkocht
door Erik van den Berg
(de Volkskrant, 19 juni 2010)

Eduard Douwes Dekkers stem mag al zo’n 120 jaar geleden zijn verstomd, vormgever Piet Gerards wist zeker welk woord in de titel extra groot op het omslag moest: ‘Je hóórt het hem roepen, met die klemtoon op ík.’
‘Ik heb u den Havelaar niet verkocht’ (uitgeverij Lubberhuizen)* is een bundel beschouwingen over het proces dat de schrijver van Max Havelaar in 1861 aanspande tegen Jacob van Lennep, die het ‘kopijregt’ op het manuscript had verworven. Het handschrift waarin Douwes Dekker dat recht afstond vormt de ondergrond van het omslag. ‘Het was te mooi om niet te gebruiken, ook vanwege dat rode stempel met ‘45 c.’ erop, dat je net in de linkermarge ziet.’
Voor de titelletter gebruikte Gerards de Monotype Baskerville. ‘Ik houd niet van historiserend vormgeven, maar deze letter past wel bij de tijd waarover het gaat.’ Alleen over de kleur heeft Gerards getwijfeld: ‘Het was eerst fel zwart en rood en toen hard geel en zwart, maar dat bleef me te plat. Uiteindelijk is het dit warme oranje-oker geworden. Dat oker zeg ik er deze dagen maar bij, om elk misverstand uit de weg te gaan.’

lijn
Omslag
Gouden Ganzenveer 2012 - Annejet van der Zijl
door Erik van den Berg
(de Volkskrant, 8 september 2012)

Al zes jaar ontwerpt Piet Gerards de chique tekstboekjes van De Gouden Ganzenveer,* de onderscheiding voor eminente verdiensten voor het geschreven woord. ‘Een kleine, maar vererende opdracht’, volgens Gerards, ‘de beste drukkers en vakmensen werken er belangeloos aan mee.’
Deze week verscheen de feesteditie voor de winnares van 2012, schrijfster Annejet van der Zijl. Typerend voor de uitgave, waarvoor Gerards ditmaal samenwerkte met Janneke Smeets, is dat alleen het formaat vastligt - verder zijn alle variaties denkbaar. ‘We proberen elk jaar iets te maken dat aansluit bij het werk van de laureaat.’
Zo kreeg Joost Zwagerman (Gouden Ganzenveer 2008) een krantenachtige opmaak in kolommen, terwijl Adriaan van Dis (2009) met grote, deftige kapitalen werd bedacht. Dit jaar zijn de omslagtitel en de koppen binnenin gekanteld, ‘als tabjes op archiefmappen’ - een verwijzing naar het belang dat Van der Zijl hecht aan grondige research. Ook de letter is speciaal voor deze editie gekozen. Gerards gebruikte de DTL Albertina van de typograaf Chris Brand (1921-1998). ‘Een klassieke letter met alles erop en eraan.’
Eenvoudige opdracht: bedenk een passende kleur voor De Gouden Ganzenveer. En toch was het vlak op het omslag eerst blauw, bekent Gerards; het goud kwam later pas. Blauw? ‘Tsja, omdat het een fijne kleur is. Het was ook móói blauw, vergis je niet.’

lijn
Omslag
Theater Levano - Een film en een boek over Chaim Levano
door Erik van den Berg
(de Volkskrant, 6 juli 2013)

Een opgeloste breinbreker, dat is het omslag van Theater Levano* - een hommage aan de eigenzinnige theaterman, muzikant en stemkunstenaar Chaim Levano (Heerlen, 1928). Op het eerste omslagontwerp heette het boek nog Levano Lexicon, en die veranderde titel leverde de vormgever onvoorzien gepuzzel op.
Piet Gerards: ‘Het nieuwe ontwerp mocht niet te veel afwijken van het oorspronkelijke, omdat daarmee een intekenactie was gevoerd. De woorden Lexicon en Theater tellen beide zeven letters, maar in het woord theater zit niet die handige i waarmee ik kon smokkelen, om de twee woorden symmetrisch te maken.’
De oplossing vond Gerards door een ligatuur (twee samengevoegde letters) van de A en E te gebruiken en die te spiegelen - zie rechtsboven op het omslag. De krachtige, geometrische letter is de Princetown, een ontwerp van Dick Jones uit 1981 dat is geïnspireerd op de shirtletters in het Amerikaanse college football.
Tweede puzzelvraag: waarom is de leesrichting van het omslag bij elke letter anders? Een indirect gevolg van de bij het boek gevoegde dvd, legt Gerards uit. Die dvd, met een documentaire over Levano van Kees Hin, zit voor in het boek, met een over acht pagina's verdeelde index.
‘Het menu van de film is integraal opgenomen, en dat vroeg om liggende pagina's. Hieruit ontstond het idee om het biografische deel en het lexicondeel van het boek te scheiden. De biografie is een doorlopende, chronologische tekst - boekachtig en dus staand gedrukt. Het lexicon van meer dan 100 losse lemmata is juist liggend. Het omslag loopt dus op die twee leesrichtingen vooruit.’
Wordt dat niet lastig lezen? Volgens Gerards valt het mee: ‘De bindwijze met een open rug maakt dat het boek perfect open ligt, wat het schakelen tijdens het lezen vergemakkelijkt.’

lijn
Omslag
Hommage aan de merkwaardigste uitgeverij van de 20ste eeuw
door Erik van den Berg
(de Volkskrant, 9 december 2017)

Wie zijn uitgeverij The Gaberbocchus Press noemt, maakt twee dingen duidelijk: het gaat niet om de centen (anders was het wel Profit Books geworden) en humor is geen bezwaar. Gaberbocchus was het geesteskind van het Pools-Britse echtpaar Stefan en Franciszka Themerson, die hun privé-uitgeverij in 1948 vernoemden naar Jabberwocky, het fameuze 19de-eeuwse nonsensgedicht van Lewis Carroll - maar dan vertaald in het Latijn.
De ook grafisch eigengereide Gaberbocchus-boeken (geen bestsellers maar 'best-lookers', volgens de uitgeverij) genoten een cultstatus in Nederland. W.F. Hermans, Rudy Kousbroek, Nicolaas Matsier en Doeschka Meijsing schreven er enthousiast over en in 1979 werden de banden met Nederland verder aangehaald: sindsdien wordt het fonds beheerd door uitgeverij De Harmonie van Jaco Groot, een persoonlijke vriend van de Themersons.
Het past dus dat een hommage aan de uitgeverij nu, dertig jaar na de dood van het echtpaar, verschijnt bij Huis Clos van Piet Gerards c.s., de ontwerper/uitgever die de Themersons begin jaren tachtig in Londen leerde kennen.
Het eerbetoon [Biografie van een uitgeverij]* biedt een visuele inventaris van alle zestig titels die tot 1979 bij Gaberbocchus verschenen. In de geest van het voorbeeld kreeg elk hoofdstuk een andere kleur papier en verschijnt het omslag in vier varianten: in de accolades op het omslag keren steeds andere kleuren van het binnenwerk terug. ‘De Themersons werkten ook graag met grafische ornamenten’, zegt Gerards. ‘Daarom durfde ik me hier een en ander te permitteren.’

lijn
Omslag
Drieluik / Muziekboeken zoeken elkaars gezelschap
door Erik van den Berg
(de Volkskrant, 15 mei 2021)

Fileten heten ze in typografentaal, dashes in het Engels: sierlijnen die in het midden dikker zijn dan aan de uiteinden. Twee klassieke exemplaren staan op het omslag van Hier rust Schönberger*, gebundelde ‘notities over muziek’ van de musicoloog en essayist Elmer Schönberger (de titel refereert aan een door de auteur gememoreerde naamgenoot, de 17de-eeuwse componist Huldericus S.).
Ontwerper Piet Gerards koos de ornamenten omdat ze hem herinnerden aan oude muziekuitgaven. ‘Ik dacht ze gezien te hebben op partituren van Monteverdi’s Orfeo, al heb ik dat niet meer kunnen achterhalen.’
In het eerste ontwerp was de titel geheel zwart gedrukt. ‘Dat was bij nader inzien iets te macaber’, zegt Gerards. ‘Het boek gaat tenslotte over muziek, en door letters in ‘Hier’ en ‘rust’ afwisselend blauw en zwart te maken, krijgt het iets beweeglijks.’
Oorspronkelijk was de titel ook anders. ‘Het zou oorspronkelijk Langzaam luisteren heten. Dat vond ik nogal detoneren met de titels van Schönbergers eerdere essaybundels, zoals De wellustige tandarts en De vrouw met de hamer. De titel komt uit mijn koker: Hier rust Schönberger heet het allereerste stuk in de bundel. Gelukkig was de auteur het ermee eens.’
De omslagletter is de Phosphate, een ontwerp uit 2010 van typograaf Ashley Muir en haar collega Steve Jackaman, dat teruggrijpt op het Phosphor-font van de Duitse letterontwerper Jakob Erbar uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Op de flappen is de Nexus Sans gebruikt, het binnenwerk staat geheel in de Nexus Serif, beide letters van de Nederlandse typograaf Martin Majoor.
Dat het eindresultaat een drieluik oplevert met eerdere omslagontwerpen uit 2008 en 2016 is geen toeval, bekent Gerards: ‘De rest is lawaai van Alex Ross en Jacqueline Oskamps Een behoorlijk kabaal zijn twee van mijn favoriete muziekboeken.’

lijn